Paaskaars symboliek betekenis

De symbolische betekenis van een Paaskaars

In een grote meerderheid van de Protestantse kerkgebouwen brandt een Paaskaars. De Paaskaars is een kaars die in de Paasnacht (of voor aanvang van de Paasmorgen) voor het eerst ontstoken wordt. Het kaarslicht symboliseert de aanwezigheid van de Levende Jezus Christus, die het Licht van de wereld is. 

Om deze reden worden Paaskaarsen in de regel aangestoken voor aanvang van de dienst aangestoken: Christus is de Eerste, Hij gaat ons voor, bij het opgaan van de morgenzon had Hij op Pasen de dood reeds overwonnen. Daar kwam geen mensenhand aan te pas.

In de katholieke traditie brandt de Paaskaars van Pasen tot aan Pinksteren. Dan wordt de kaars gedoofd, ‘omdat de Geest het Licht dan in mensenharten legt’. In Protestantse Kerken brandt de kaars het hele jaar rond. Aan het slot van de dienst op Goede Vrijdag dooft in sommige gemeenten de predikant de kaars, waarna de gemeente in stilte de kerk verlaat. Op Paasmorgen brandt de nieuwe Paaskaars reeds (die dan ook het jaartal van dat kalenderjaar krijgt). De voorganger licht de symboliek van de kaars dan ook toe.

Symbolen

Een Paaskaars kan van verschillende symbolen voorzien zijn. De meeste ‘standaard’-kaarsen bevatten ‘de alpha en de omega’: Christus is het Begin en het Einde van ons leven. In het midden bevindt zich een kruisvorm als verwijzing naar het lijden van de Heer. Hij kon alleen het Licht worden nadat Hij het duisternis doorgeworsteld had. Meestal is de kruisvorm voorzien van een verwijzing naar de opstanding: een Lam met vaandel (Openbaringen) bijvoorbeeld. De Paaskaars wordt voorzien van 5 losse ‘stigmata’, een soort spijkers die men in de kaars kan doen, als extra accent op het lijden. Zij symboliseren de wonden in Zijn Handen, voeten en zij. Veel Protestantse kerken plaatsen de stigmata niet op de kaars, zodat het accent meer op de Levende Christus dan op de Lijdende Christus komt te liggen.

De wereld in

De Paaskaars brandt altijd als er twee, drie of meer in Jezus’ Naam in de kerkzaal aanwezig zijn: uitvaarten, huwelijken, zondagsdiensten, Open kerk etc. De kaars dient daarom niet te kort en te dun te zijn. Het is gebruikelijk dat de kaars niet verder opbrandt dan het bovenste symboolteken op de kaars (meestal de letter alpha). De Paaskaars kan op een standaard op de avondmaalstafel, maar staat in de meeste gevallen op een eigen kaarsenstandaard. Veel kerken bekostigen de Paaskaars door de oude Paaskaars na Pasen per opbod in de gemeente verkopen, of geven deze weg aan bijvoorbeeld een dorpsgenoot die zorgen kent. Deze brandt dan nog door in een huiskamer, en zo gaat het Licht van het Evangelie van kerkzaal naar huiskamer, en zo vanuit de kerk de wereld in.

Om verder te lezen

Dit vind je misschien ook interessant...