afbeelding van voeten in bladeren bij een blog over engelen

Engel in spijkerbroek

Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere,
want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen
(Hebreeën 13:1,2).

Oostenrijk, een mooie zomer in de negentiger jaren. We lopen in een ‘slucht’; een kloof die in rotsen is uitgesleten door de kracht van een gigantische waterval.
Via smalle weggetjes en trappetjes stijgen we langzaam maar zeker naar het hoogste punt. We trekken daarbij letterlijk langs het randje van de afgrond.
In die zomer stuurde ik mijn kapper en scheerapparaat ook met vakantie. Zo liep er toen een donkerbebaarde, langharige jongeman door de slucht.
Om de heftige klim naar boven kracht bij te zetten, hield ik bovendien een grote stok in mijn rechterhand.

Halverwege kruist ons een ander gezin. Een leeftijdsgenoot staat stil, kijkt me aan en roept: ‘Mam, kijk eens, Mozes! Mozes gaat ook naar boven!’. De jongen had natuurlijk niet verwacht dat ik óók Nederlands sprak… Groot is zijn verbazing als ik antwoord geef: ‘Inderdaad, ik ga ook naar boven. En jij moet ook naar boven. Want het beloofde land ligt boven ons. Zodra we boven de rand van deze afgrond uitklimmen zal het goed met ons zijn.’ Het is stil aan de overkant. ‘Amen’, zegt de jongen tenslotte.
We lachen, schudden elkaars hand en vervolgen onze weg.

´Houd liefde en gastvrijheid in stand, want zonder het te weten hebben sommigen van u engelen ontvangen´, zo opent het praktische dertiende hoofdstuk uit de Hebreeënbrief. Een engel is een boodschapper van God: een onverwachte bezoeker die herinnert aan Gods wereld van vrede en vrijheid.
In de bijbel komen we engelen tegen, zoals wij ons die vaak voorstellen:
overweldigende personages, wit gekleed, in stralend licht.
Maar de Schrift spreekt ook nog van een ánder soort engel: de engel-in-vermomming, die in de gestalte van gewone mensen. De drie mannen in Genesis 18 zijn er een voorbeeld van. Abraham ontving drie mannen als zijn gast. Onverwacht bleken zij iets van Gods aanwezigheid zélf bij hem te komen brengen. ‘Zonder het te weten, hebben sommigen van u engelen ontvangen.’

Ziet u, onze God is zo oneindig machtig, dat Hij zelfs gewone mensen tot Zijn boodschappers kan maken. Christus is ons Hoofd, en wij mogen in geloof Zijn Lichaam toebehoren. Zogezegd: handen en voeten geven aan Gods liefde. U en ik mogen boodschappers zijn! Mensen, die met engelengeduld Gods liefde aan anderen uitdragen. Die anderen, soms tot op het diepst van de afgrond, bijstaan en de herinnering aan Gods beloofde Land levend houden. Met geloofswoorden die ander troostrijk tegemoet komen als de juiste woorden op het juiste moment. Met een gebaar, een daad waardoor iets van Zijn troost en bewogenheid present wordt. Door Gods Geest, die Jezus’ liefde concreet en tastbaar wil maken, wil God ons inzetten. Als ‘t ware engelen in spijkerbroek. Daarom: houd de onderlinge liefde in ere en wees gastvrij.

Dit vind je misschien ook interessant...