shallow focus photography of string lights

Preken in de kerstnachtdienst

Een aansprekende kerstnachtdienst samenstellen is een vak apart: andere sfeer, andere bezoekers. Het is laveren tussen uiteenlopende verwachtingspatronen door. Wij vroegen een aantal voorgangers hoe zij dat oppakken. Zien zij op tegen preken in de kerstnachtdienst, of zien zij er naar uit? Ze delen geleerde lessen, leerzaam voor voorgangers én kerstcommissies!
Lees onderaan deze pagina ook hoe je meer ‘vragen en antwoorden’ als deze kunt lezen!

ds. Ilonka Terlouw 

Ik geloof dat ik er toch wel tegen opzie! Ik heb het gevoel dat de verwachtingen met Kerst hooggespannen zijn en dat ik toch weinig nieuws kan zeggen over zo’n bekend verhaal. Nu snap ik wel, dat een goede preek niet altijd inhoudt dat je iets nieuws te melden hebt. Maar dat maakt de uitdaging nóg groter: hoe maak je dat de kerstboodschap weer nieuw wórdt voor de mensen?

Tijdens de kerstnacht denk ik bovenal aan diegenen die mis- schien niet zo vaak in de kerk zitten. Daarom kies ik voor eenvoud. Ik probeer zo duidelijk mogelijk te preken. Rechttoe rechtaan. Ik blijf dicht bij de aloude en bekende kern van het kerstevangelie, maar besteed wel extra aandacht aan een eigen- tijds voorbeeld dat die kern het beste tot uiting brengt. Maar ook daar geldt voor de kerstnacht: des te simpeler, des te beter.

ds. Frans Willem Verbaas

Als er op kerstavond een paar honderd mensen komen die graag nog eens de woorden ‘kribbe’ en ‘stal’ en ‘kindje Jezus’ willen horen, dan getuigt het van gastvrijheid en vriendelijkheid om hun die woorden gewoon te bieden. Hetzelfde geldt voor de bekende kerstliederen.

En de kerstavondpreek? Het lastige aan de kerstavondpreek vind ik mijn eigen hoge verwachtingen. Op kerstavond vind ik een ambtelijke, ambachtelijke preek niet genoeg, ik wil iets bieden dat meer is dan het gewone. Geen aardappelen met groente, maar een diner. Mijn recept voor de kerstpreek is eigenlijk al jaren hetzelfde: beginnen bij een vers uit het kerstevangelie, daarna een kort, bondig kerstverhaal, het geheel overgoten met een pittige, actuele saus. Het recept is simpel, maar het daadwerkelijke koken blijft ieder jaar een spannend karwei.

Jan Wolsheimer

Onze gemeenschap kent geen kerstnachtdienstcultuur. Ik vind dat prima. De feestdagen vragen wel veel omdat het thema behoorlijk helder is. Het moeilijkst bij deze diensten vind ik een originele invalshoek te vinden. Ik heb inmiddels geaccepteerd dat het prima is om zo’n thema weer eens eenvoudig uit te leggen. Om die reden zijn onze kerst- en paasdiensten vaak gericht op gasten en buren van onze gemeenteleden. Toen ik net begon met preken ging ik gebukt onder de kerstdienst. Het moest knallen! Gelukkig heb ik dat niet meer.

ds. Richtsje Abma

Het leuke van een kerstnachtdienst is dat er allerlei mensen eenmalig naar de kerk komen en dat gezinnen weer voor één moment compleet bij je in de kerk zitten. Ik zie er niet tegen op om dan te preken, maak er wel iets speciaals van, in die zin dat ik extra let op de toegankelijkheid. Ik ben me ervan bewust dat er meer jongere mensen zitten, en dat niet iedereen vertrouwd is met kerktaal. Die laat ik zo veel mogelijk weg. Een originele invalshoek en voorbeelden uit de actualiteit vind ik op kerstavond extra belangrijk. Dus in de weken voorafgaand aan Kerst knip ik berichtjes uit kranten en verzamel ik elementen voor de dienst. We volgen geen vaststaand patroon. Maar we zingen wel altijd ‘Stille Nacht’ en ‘Ere zij God’. Ik laat me wel iets gelegen liggen aan het publiek dat dan komt. Die komen voor sfeer, een goed verhaal, en misschien een beker warme chocola. Dat proberen we dan te bieden.

ds. Bert Altena 

Preken in de kerstnachtdienst hoort tot de hoogtepunten van het jaar. De kerk is dan meestal bomvol. Er zijn veel mensen die anders niet komen. Ik vind het een bijzondere uitdaging om de kerstboodschap op een toegankelijke manier uit te dragen. Het blijkt telkens weer een onuitputtelijk verhaal te zijn, waar je homiletisch niet op uitgekeken raakt.

De preek in de kerstnachtdienst moet kort en bondig zijn, puntig en licht. Het is belangrijk om aan te haken bij de actua- liteit. Het thema ontleen ik meestal aan de kerstglossy die de landelijke kerk uitgeeft.
De verwachtingen van het publiek, dat op zoek is naar een authentieke kerstbeleving, zijn nog meer dan anders leidend. Geen al te kerkelijke liturgie, niet te veel ingewikkelde melodieën, maar wel ‘Stille Nacht’ laten zingen.
Het schimpen op degenen die er de rest van het jaar niet zijn of op mensen die alleen maar een oppervlakkig kerstgevoel zoeken, vind ik onheus en goedkoop. Het is een teken van binnenkerkelijke arrogantie en daarvan zijn we nu toch wel genezen? Homiletisch is het sowieso bedenkelijk om hoorders te bekritiseren. Zij kunnen immers niks terugzeggen. Kritische noties kun je prima kwijt in de voorbeden. De blijde boodschap van Kerst is dat iedereen erbij hoort (er is plaats in de herberg), dus dat is reden te meer om ruimhartig en gastvrij te preken.

ds. Karin van den Broeke 

Hierin ben ik in de loop der tijd wel veranderd. De allereerste jaren worstelde ik enorm met de hoge verwachtingen rond het Kerstfeest. Ik vroeg van mezelf dat ik met Kerst een ‘superpreek’ zou moeten houden. Een onmogelijke eis, want eigenlijk streef je daar iedere week naar. In de loop der tijd ben ik meer toegegroeid naar een eenvoudige boodschap in de kerstnacht. Liefst zo radicaal mogelijk. Gebracht in taal van deze tijd.

In Leiden was ik gewend aan een bomvolle kerk in de kerstnachtdienst, veel bezoekers kwamen slechts eenmaal per jaar in de kerk. Een uur voor aanvang van de dienst was het vaak al behoorlijk druk. We zorgden ervoor dat er dan ook al gezongen kon worden, een mengeling van oude vertrouwde en meer moderne liederen. Het ‘kerstgevoel’ was reeds be- vredigd voor aanvang van de dienst. Dat schiep in de dienst ruimte om mensen echt bij de kern van het evangelie te brengen.

In Wissenkerke-Geersdijk speelt de plaatselijke harmonie vaak in de kerstnachtdienst. Mij daagt dat wel uit om ook die muzikanten te bereiken met de inhoud. Dat betekent dat ik vaak zoek naar een muzikale metafoor in de preek. Tegelijkertijd betekent hun bijdrage aan de dienst dat er veel bekende kerstmelodieën kunnen klinken, zonder dat ik me in de liedkeuze hoef te beperken tot ‘gouwe ouwe’.

ds. Jos Douma

De meeste jaren van mijn predikantschap was er helemaal geen kerstnachtdienst om in voor te gaan. De vier of vijf keer dat ik wel in een kerstnachtdienst voorging, leek het me vooral zaak om kort te zijn en zeer uitnodigend. Een kerstnachtdienst is niet bedoeld om te preken, maar om te zingen en te genieten van de sfeer die bij Kerst hoort en die in de Bijbel wordt aangeduid als ‘vrede’. Dat verwachten mensen dan, en die verwachting moet je niet beschamen.

Ik vind de preek eigenlijk vooral thuishoren in de zondagse dienst. Doordeweekse diensten heb ik wat dat betreft altijd lastig gevonden, helemaal de bid- en dankdag die dan weer wel een prominente plaats innemen. Aan de andere kant zijn trouwdiensten en begrafenisdiensten juist wel prachtige momenten voor de verkondiging, omdat de aanwezigen in zulk soort diensten vaak een stukje ontvankelijker zijn voor het evangelie dan op een gewone zondag.

ds. Kees van Dusseldorp

 Een kerstnachtdienst vind ik een prach-tige uitdaging. Ik heb alleen ervaring met kerstnachtdiensten die midden in het dorp worden gehouden. Kerkelijke en onkerkelijke mensen zijn aanwezig. Voor mij maakt zo’n situatie mijn preekopdracht spannend. Alle kwaliteitseisen voor preken staan dan op scherp: goede aansluiting bij de mensen en hun leefwereld, een creatieve en originele vorm, een aansprekende presentatie en een relevante verwoording van het evangelie van Jezus Christus. Het mag wel ergens over gaan, vind ik. Het ging met Kerst immers ook om Gods komst naar de mensen. Het moet wel toegankelijk zijn, maar niet simpel. De eerste keer dat ik de kerstnachtdienst in Schildwolde deed, moest de gerenoveerde Juffertoren centraal staan. Dat was niet mijn keus, maar gaf wel mogelijkheden. Via de woorden renovatie – restauratie – transformatie kon ik iets kwijt over de betekenis van de Heer.

ds. Hilbrand van Eeken

Het preken op de kerkelijke hoogtijdagen vind ik een van de moeilijkste onderdelen. Hierbij moet ik vaak denken aan het woord van Jezus over de schriftgeleerde, die Hij vergelijkt met een heer des huizes die uit zijn voor- raadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt. De oude dingen mogen mijns inziens nooit ontbreken op de feestdagen. De eenvoudige heilsfeiten moeten worden verteld. En tegelijk zoek ik toch graag naar iets nieuws. Een element waardoor de mensen weer verrast worden. Een nieuwe invalshoek, een verrassende verbinding met de actualiteit, een nog niet eerder gezien verband. Dit vraagt veel voorbereiding en meditatie. Wat mij betreft veel meer dan bij een onbekend bijbelgedeelte, dat van zichzelf al nieuw en verrassend is.

ds. Bert Karel Foppen

Bij elke preek – dus ook tijdens de kerstnachtdienst – speelt je gehoor een rol. Het hoorderspubliek van een kerstnachtdienst is doorgaans wat anders dan tijdens de reguliere dienst. Ik vind het goed om hier rekening mee te houden. Waarom zijn ze er? Is dat heimwee naar de chocola- demelk en het ‘Nu sijt wellecome’ van vroeger? Of is het zoeken naar houvast in een cultuur waarin niets meer vaststaat en waarin wij leven als in een smog van cynisme? Of een mengeling van beide?

Een preek tijdens de kerstnachtdienst hoeft niet per se een creatief hoogstandje te zijn, wel eerlijk, direct en to the point! Een mooi exegetisch punt kan ook verrassend actueel zijn: het feit dat Jezus’ geboorte in Lucas 2 niet zozeer wordt neergezet in de geschiedenis van het Joodse volk, maar in het kader van de wereldgeschiedenis (keizer Augustus), geeft aan dat zijn komst – hoe klein en nietig ook – blijkbaar relevant is voor de hele wereld. Dus ook voor ons!

ds. Jantine van Iersel-Veenhof 

Ik vind het wel een uitdaging om met Kerst het evangelie zo te verkondigen dat mensen én het evangelie horen én dat er een nieuwe invalshoek klinkt. Dat lukt natuurlijk niet altijd. Daarom kies ik vooral voor de boodschap van het evangelie. Dat moet sowieso klinken en goed overkomen. Ik vind het belangrijk om creatief te zijn en hedendaagse voorbeelden te gebruiken van mensen en vanuit de actualiteit. Er zijn rondom Kerst veel gespannen verwachtingen. Soms is dat vermoeiend, anderzijds komt het er ook wel op aan omdat er zo veel gasten in de kerk zijn. Daar focus ik me vooral op.

ds. René van Loon

Van zo’n missionair moment als de kerstnachtdienst geniet ik erg. Ik vind het fantastisch dat er mensen komen die normaal niet komen. Ik zoek elk jaar naar een thema dat de kerstboodschap weer vanuit een andere invals- hoek belicht, en kom dan in de preek bij die kernboodschap uit. De kerstnachtdienst is niet het moment voor diepgravende exegese. Het gaat om een preek die uitlegt waar het om draait in het evangelie en die het hart raakt. Nog meer dan anders komt het aan op een goed verhaal ter illustratie, dit verhaal mag best een aardig deel van de preek in beslag nemen. Ook let ik extra op de begrijpelijkheid van wat ik zeg voor mensen zonder bijbelkennis. Omdat ik erg van exegese houd, mis ik wel de vreugde van het graven in voorbereid. In de dienst op kerstmorgen kan ik wat meer tekstuitleg geven, al valt het niet mee om elk jaar iets verrassends uit Lucas 2 of Matteüs 1 op te diepen. Als dat wel lukt, is de ‘entdeckerfreude’ des te groter!

ds. Hendrik Mosterd 

De verwachting van de hoorders op kerstavond is dat er gelezen wordt uit het Lucasevangelie. Vooral met het oog op hen wil ik ingaan op deze verwachting. De kerk is hun vaak vreemd. Ik wil de vervreemding niet nog groter maken door te kiezen voor een onverwachte schriftlezing.

ds. René van der Rijst 

De kerstnacht is bij ons al jaren een beetje een stiefkind. Tot voor kort waren er elk jaar minder bezoekers. Onlangs zijn we begonnen de invulling van de kerstnachtdienst aan te passen aan de mensen die wél komen. Dat betekent vooral: veel toeters en bellen. En dus ook veel organisatie.

Een groot deel van dit bonte gezelschap ken ik niet en vanwege die veelkleurigheid vind ik het altijd wel lastig preken. Op wie richt je je? In hoeverre pas je je taal aan? Hoe gelovig, religieus mag het zijn? Wat dat laatste betreft: dat mag best, heb ik gemerkt, mits je het maar open genoeg brengt. Ik was daar altijd wat voorzichtig mee, maar uit gesprekken na afloop bleek, dat dit helemaal niet nodig was. Met Kerst is blijkbaar iedereen gelovig.

Wat ik ook lastig vind, is een goede balans te vinden tussen bevestiging en uitdaging. Iedereen komt voor het kerstgevoel – ik ook, als alle diensten voorbij zijn wil ik ook met een kerstgevoel bij de boom zitten – maar het mag ook wel een beetje prikkelen, een beetje schuren. Het is niet het moment om al die mensen die maar één keer per jaar komen op hun kop te geven, maar hier en daar een beetje uitdagen… Ik merk wel, dat ik na twintig kerstnachten toch vaak bij ongeveer hetzelfde verhaal uitkom.

ds. Hester Smits 

Als ik in de kerstnacht preek, met veel kerkgangers die één keer per jaar komen, let ik er goed op dat ik beelden kies die universeel zijn en niet alleen bijbels, maar dat ik het mysterie laat staan. Ik heb niet de behoefte om alles uit te leggen. Het geheim van God laat ik staan. Ook ‘moeilijke’ woorden zoals barmhartigheid en lankmoedigheid gebruik ik vrijelijk. Een beetje vanuit de gedachte: ‘Als je in de kroeg hetzelfde hoort als in de kerk, waarom zou je dan nog naar de kerk komen?’

Als er een preek is waar ik erg alert ben, dan is het de paaspreek. Hier gaat het om het hart van het christendom en dan blijken vragen als: ‘is het waar gebeurd?’ of ‘waar blijft het verzoenend bloed?’ opeens heel actueel voor mensen. Recht doen aan wetenschappelijke inzichten, het traditionele geloof en je eigen geloofwaardigheid komen daar samen. Veel meer dan in de kerstpreek! Het is een uitdaging om in een gemeente die zich veelkleurig noemt, ook hier een inspirerende uitleg te geven.

Wil je nog meer kijkjes in de keuken van voorgangers krijgen?
Abonneer je op onze nieuwsbrief en krijg ons e-book gratis!

Dit vind je misschien ook interessant...